Het zijn opdrachtjes om mee te nemen, om iets mee te doen, over na te denken... of om helemaal links te laten liggen. Niets hoeft!
Elke week trekken de kinderen een briefje waarop een opdracht staat beschreven. Elke volgende les kan het briefje worden ingewisseld voor een ander. Ik ben benieuwd wat het geeft...
Hier zijn ze (met dank aan Keri Smith):
* Zie je wolken aan de hemel vandaag? Welke kleuren hebben ze?
Je vindt er vast meer dan drie!
* Wanneer je ’s avonds in je bed ligt, alle lichten uit zijn en je ogen al wat wennen aan de duisternis, kan je dan de spullen herkennen in je kamer? Wat zie je allemaal en waaraan herken je het?
* Steek eens een voorwerp in een nylonkous en teken het. Vraag dan eens rond: wordt het voorwerp herkend?
* Steek eens een voorwerp in een nylonkous en teken het. Vraag dan eens rond: wordt het voorwerp herkend?
* Welke kleur zag je het eerst toen je deze ochtend je ogen open deed?
* Maak een wandeling. Teken de dingen die je tegenkomt op de stoep.
* Bedenk eens hoe jouw droomhuis er zou kunnen uitzien. Maak er een tekening van.
* Een gek verhaal gelezen of gehoord? Maak er eens een tekening bij.
* Teken je avondeten. Of je ontbijt.
* Gedroomd de voorbije nacht? Kan je je herinneren wat? Probeer er eens een tekening van te maken.
* Sla eens een kunstboek open. Spreekt het werk jou aan? Waarom wel/niet?
* Is er wat dat je verzamelt? Heb je al een hele collectie? Zou je er ook iets mee kunnen maken? Of laat je het liever zo staan?
* Teken alleen maar rode voorwerpen.
* Scheur een blad uit een tijdschrift (reclame bijvoorbeeld). Vouw het blad kleiner totdat je het beeld niet meer kan herkennen.
* Teken een kaart van de lijnen in je hand, als een plattegrond.
* Ga naar een verfwinkel. Neem staaltjes mee van al je favoriete kleuren. Maak de mooiste combinaties.
* Teken je lievelingsboom.
* Maak een collage van dingen die je hebt gevonden in de natuur.
* Zoek gezichten of figuren in vlekken op muren of vloer, in de natuur,... en maak er een foto van.
* Maak een museumpje van heel kleine dingen.
* Kies een voorwerp en teken de kant die je niet kunt zien.
* Teken alle spullen die in de zakken zitten van je jas of broek.
* Welke voorwerpen ken je die, behalve spiegels, kunnen spiegelen of licht weerkaatsen?
* Teken een week lang elke dag hetzelfde voorwerp.
* Teken elk kledingstuk van je favoriete outfit.
* Maak met potlood en papier afdrukken van zes verschillende oppervlakten (bijvoorbeeld van een muntstuk).
* Van hoeveel voorwerpen die je nu om je heen ziet staan, zie je ook de schaduw?
* Maak een tijdelijk kunstwerkje van afval.
* Hoeveel keer ben je je lievelingskleur(en) tegengekomen vandaag?
* Teken de omtrek van een voorwerp zonder naar het papier te kijken.
* Maak een stempel van een aardappel.
* Maak een tekening van alleen maar stippen en stippellijnen.
* Maak drie tekeningen. De eerste heel snel, de volgende snel en de laatste trager.
* Elke dag dezelfde – misschien saaie – weg naar school. Is er je vandaag toch niet iets aparts opgevallen?
* Elke dag dezelfde – misschien saaie – weg naar school. Is er je vandaag toch niet iets aparts opgevallen?
* Stop iets kleins in je linkerzak. Doe je linkerhand in de zak en teken met je rechterhand wat je voelt.
* Teken de zon.
* Pak een foto. Verander die door eroverheen te tekenen of te schilderen.
* Knip een willekeurige vorm uit meerdere op elkaar liggende tijdschriftpagina’s. Maak er een collage van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten